, [], Whether the order of charity is included in the precept?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo dan, [43]terwijl wij tijd hebben, laat ons [44]goed doen aan [45]allen, maar meest aan de [46]huisgenoten des geloofs. 43. Namelijk om te zaaien, dat is, om den armen goed te doen; hetwelk in den tijd dezes levens moet geschieden, die kort en onzeker is. 44. Grieks het goede werken; dat is, weldadigheid betonen. 45. Namelijk armen, of anderen, die onze hulp en bijstand nodig hebben. Zie Luk.10:36,37. 46. Dat is, de gelovige Christenen, die met ons ledematen zijn der gemeente, welke is het huis des levenden Gods, 1 Tim.3:15; aan dezen zijn wij meer verbonden, en het zou onbehoorlijk zijn dat zij, die tot een huis behoren, elkander honger en gebrek zouden laten lijden.